STADSWANDELING
Ik kom nog wel eens meer
Op die verlaten plaatsen
Waar ik ooit heb geleefd
In goed gezelschap,
Ik neem altijd mezelf mee.
De oude stad, verstilde pleinen
Langs kaden en het water
Dwaalt vaag verleden
En schemer door de straten.
De gevels zijn van steen
Met wallen onder d’ ogen
Hun stemmen sterven uit
Alleen de weemoed kom ik tegen
Die klampt mij aan,
wijkt niet meer van mijn zij
Verveelt mij met een oud verhaal
Dat stilaan uitgerafeld, schichtig
Wortel schiet tussen de tegels.
Daken lekken nostalgie
Met onkruid in de goten,
Een hart ooit uitgestort
Kleeft nog, als kauwgom, taai
Weerbarstig aan de stoepen.
De waarheid is niet waterdicht
Herinnering: verzinsel
Bewoners van de buurt
Gebleekt en grijs,
Verweerde hersenschimmen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb