GETIJDEN

 

EB

Rimpels van de tijd

Een zucht van eeuwigheid drijft

Oeverloos voorbij

 

 

VLOED

Regen, wind en maan,

De polsslag van het leven

Doet dijken beven

 

 

SCHELDE

Altijd onderweg

Verglijdt de stroom seizoenen

Traag en tussenin