BUITENBEENTJE

 

Een buitendijkse boom:

vrijgevochten overloper,

oeverloper slechts in schijn

stil blijft hij staan

op uitkijk, wat zal ’t zijn?

 

Waar land weer water wordt

bewaakt hij de seizoenen

’t getij op tijd

komt zacht zijn voeten zoenen.

 

Zijn vrienden braaf beneden

netjes in de rij

ten dode opgeschreven

benijden hem hierbij.